Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Vervloekt zij, die des [24]HEEREN werk [25]bedriegelijk doet; ja, vervloekt zij, die zijn zwaard van het [26]bloed onthoudt! 24. Te weten de uitroeiing der Moabieten, den Babyloniers van God opgelegd en bevolen. 25. Hebreeuws, [met] bedrog; dat is, tragelijk, alzo dat hij zijns meesters last niet voldoet. Vergelijk Spreuk.10:4, en Spreuk.12:24,27. 26. Der Moabieten, dat hij dat door het zwaard niet zou vergieten. Vergelijk boven hfdst.47 vs.6,7.